Geschiedenis spoorwegen
in en om
Roosendaal

 
Niets uit deze website mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van kopie, op digitale of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van auteur en/of webmaster.
 

Driehoeken in Essen

 
Eind 1957 werden in Nederland de laatste stoomlocomotieven van de NS aan de kant gezet. Roosendaal was één van de laatste tractiedepots, van waaruit stoomlocomotieven nog werden ingezet. Na de 'ontstoming' konden locomotievenloodsen, draaischijven kolenparken en watervoorzieningen worden afgebroken of ontmanteld. Ook in Roosendaal was dat het geval. Nog vóór 1960 kon er al geen locomotief meer op een draaischijf worden gedraaid. Daarentegen werd in Essen vele decennialang gebruik gemaakt van een keerdriehoek aan de zuidwestzijde van het emplacement. Die bleef zelfs nog in gebruik tot in de jaren negentig.
 
 
Wanneer een locomotief in Essen na aankomst uit Antwerpen op spoor 1, 2 of 3 (of eventueel na aankomst op de goederensporen moest worden gedraaid, dan reed hij eerst van de trein af in noordelijke richting (pijl 1 in tekening links), kwam terug over een vrij spoor tot voorbij de voormalige locomotievenloods aan de zuidzijde (pijl 2 in tekening links) en reed vervolgens via de wisselstraat helemaal naar het noordwesten van het emplacement (pijl 3 in tekening links).
Het eigenlijke keren begon door naar het zuiden te rijden (pijl 4 in tekening links) en vervolgens naar het oosten (pijl 5 in tekening links en tekening rechts). Achteruit ging het dan terug in noordelijke richting (pijl 6 in tekening rechts) en vervolgens kwam de locomotief weer tot voorbij de goederenloods tot stilstand (pijl 7 in tekening rechts).
Het is niet moeilijk voor te stellen dat de locomotief via de wisselstraat aan de zuidoostzijde van het emplacement kon terugkeren aan de zuidzijde van de trein, waarna de trein kon terugkeren naar Antwerpen.
 
 
Gezicht op de zuidzijde van het emplacement Essen. Links staat een goederenwagen op het uiterste stukje spoor van de driehoek, naast de voormalige locomotievenloods, rechts in beeld. De fotograaf staat op het wegviaduct en kijkt in de richting van enkele oude goederenwagens en in de verte de douanegoederenloods. Het emplacement kent nog de hele sporensituatie, zoals die in 1913 in dienst was gesteld. De driehoek wed in september 1993 opgebroken. Inmiddels is op dit terrein een volledig bosgebied ontstaan. Omdat hierin plantjes zijn opgegroeid, die van oorsprong niet in deze streek thuishoren, kan dit bosgebied nog niet zo maar worden gerooid. De plantjes zijn ontkiemd uit zaad dat in het verleden met locomotieven en goederenwagens zijn meegevoerd. De foto is gemaakt op 2 mei 1971 en één van de eerste beelden van de fotograaf.
 
 
Gezicht vanaf het tweede perron op de voormalige locomotievenloods (noordoostzijde) en enkele oude goederenwagens.
Locomotief NMBS 8514 had een vaste standplaats in de rangeerdienst van Essen. De foto is gemaakt op 14 februari 1972.
 
 
Gezicht vanaf het wegviaduct op de voormalige locomotievenloods. Locomotief NMBS 2314 vertrekt met een goederentrein in de richting van Antwerpen. Rechts achter de goederentrein is het houten seinhuis aan de zuidzijde van het emplacement te zien.
De foto is gemaakt op 22 april 1973.
 
De jaarlijkse NVBS-rit per extra trein (en tram) op 16 juni 1963 was er één met een naar bijsmaakje voor de organisatie. Vrijwel zonder uitzondering waren de deelnemers enthousiast. Het bleek dat zowel trein als tram, en een mengeling van oud en nieuw, in één enkele excursie was aangeslagen. Het aantal deelnemers bedroeg 317, een nog nooit bereikt aantal voor een trip naar het buitenland. Voor de Belgische zusterorganisatie (Amutra) en de NMVB was er veel lof. Niets was voor hen teveel geweest voor de tramritten met historisch materieel en een bezoek aan het trammuseum te Schepdaal, waar fotografen hun gang konden gaan en trams naar buiten werden gereden. (NVBS = Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en Tramwegwezen).
 
De reizigerstrein, bestaande uit slechts drie rijtuigen M2 en een bagagerijtuig, is bedoeld om later in de ochtend met een gezelschap uit Roosendaal naar Denderleeuw te vertrekken. Maar in 1963 kan er in Roosendaal al geen locomotief meer worden gedraaid, omdat de draaischijf al in 1960 is opgebroken. De oplossing is keren in Essen en met tender vóór (anders gezegd met 'de wind in de keuken') naar Roosendaal te vertrekken, vervolgens omlopen, waarna de locomotief met schoorsteen vóór staat om rechtstreeks naar Denderleeuw te rijden. Het keren te Essen gebeurde al in de vroege ochtenduren van 16 juni 1963.
 
 
Gezicht vanaf het tweede perron op de voormalige locomotievenloods (noordzijde) in Essen. Links staat het houten seinhuis aan de zuidzijde van het emplacement. Locomotief NMBS 64.160 is begonnen met het keren, na aankomst met de lege reizigerstrein. Tot nog toe is dit het enige beeld van de noordzijde van de vroegere locomotievenloods (en werkplaats). Foto J.A. Bonthuis, 16 juni 1963.
 
 
Enige tijd later staat de locomotief een eindje ten noorden van de goederenloods (pijl 7 in tekening rechts). Kennelijk is er nog wat tijd om de locomotief te smeren, alvorens terug 'kop te maken' aan de noordzijde van de lege reizigerstrein op het emplacement. Daarna rijdt de locomotief achteruit en met beperkte snelheid naar Roosendaal. Rechts in de verte staat de wachterswoning bij de overweg aan de Grensstraat. Foto J.A. Bonthuis, 16 juni 1963.
 
 
Na omlopen in Roosendaal wacht locomotief NMBS 64 160 met de reizigerstrein (bestaande uit slechts drie rijtuigen M2 voor ruim driehonderd NVBS'ers) op de deelnemers in Roosendaal. Foto F.J. Hoevenagel, 16 juni 1963.
De NMBS kon echter geen enthousiasme verdienen bij de reisorganisatie. Weliswaar kwam er een stoomlocomotief, maar daarmee was dan ook alles gezegd. Oorspronkelijk was er een korting van 35 procent op de normale reiskosten toegezegd (en dan was het tarief nog hoger dan het reguliere in Nederland), maar gaandeweg het onderhandelingstraject werd de vermindering steeds minder. Uiteindelijk bleef er nog geen 10 procent over.

Ook de organisatie van de reis was niet perfect. Dat de toegezegde stoomlocomotief van het type 29 zonder bericht was vervangen door een type 64.160 (ex Pruisische P8) deerde de deelnemers niet. Maar wel het aantal zitplaatsen in slechts drie rijtuigen M2 te Roosendaal. Een toegezegd extra rijtuig voor het hoge aantal deelnemers bleek er niet bij te zijn. Pas na uitdrukkelijk verzoek kwam er op de heenreis in Schaarbeek een extra rijtuig bij. Foto F.J. Hoevenagel, collectie NVBS.
 
 
Locomotief NMBS 64 160, met tender 22 062, rijdt met de extra reizigerstrein voor de de NVBS ter hoogte van de Watermolenstraat in Roosendaal. Foto L.J.P. Albers, 16 juni 1963. De foto was destijds de voorplaat van het tijdschrift Op de Rails, 1963-8.
 
Wat de NS betreft, die kwam jovialer voor de dag. Het merendeel van de deelnemers maakte gebruik van de door de NS geboden mogelijkheid om zonder betaling van toeslag met trein D 120 naar Roosendaal te reizen. Stipt op tijd zette de Belgische machinist zijn locomotief 64.160 in beweging. via een stop in Antwerpen-Oost (voor het opnemen van reizigers uit Zuid-Limburg) en in Schaarbeek (voor het bijplaatsen van het rijtuig) ging het naar Denderleeuw.
 
 
Locomotief NMBS 64 160, met tender 22 062, met de extra reizigerstrein voor de de NVBS, kort na aankomst in Denderleeuw. Achter het bagagerijtuig hangt het in Schaarbeek bijgeplaatste rijtuig M2. Foto F.J. Hoevenagel, collectie NVBS.
 
 
Na het restaureren en het omlopen van de locomotief ging de trein na een kwartier naar Ninove. De locomotief reed achteruit, precies zoals zij dat 's morgens al vanaf Essen naar Roosendaal had gedaan. Achter de locomotief hangt het in Schaarbeek bijgeplaatste rijtuig M2. Foto F.J. Hoevenagel, collectie NVBS.
 
Vanuit Ninove reden twee historische tramstellen met de deelnemers naar het museum in Schepdaal en vervolgens naar Brussel en Schaarbeek, waar de extra trein gereed stond en stipt om 18.02 uur naar Roosendaal vertrok en daar om 19.20 uur aankwam. Het was voorlopig de laatste keer dat een Belgische stoomlocomotief zich in Roosendaal liet zien. Bron: Op de Rails, 1963-8 en 1963-11.Pas in 1989 kwamen de locomotieven NMBS 29.013 en NMBS 12.004 meerdere malen in Roosendaal op hun doorreis naar Utrecht en dat in het kader van het jubileum rond ‘150 jaar spoorwegen in Nederland’. Naderhand waren zulke ritten niet meer mogelijk.
 
 
Eén van de laatste malen dat er gebruik werd gemaakt van de driehoek in Essen was het keren van locomotief NMBS 29.013 na een rit vanuit Antwerpen Centraal naar Wildert. De eigenaar van de 'Bakkersmolen' organiseerde zowel op 9 en 10 augustus 1986 als op 13 en 14 augustus 1988 twee ritten per dag om meer publiek te trekken naar zijn 'Bakkersmolen'. Nadat de reizigers in Wildert waren uitgestapt, reed de trein leeg verder naar Essen, waarna de locomotief ging keren. Na het keren kwam de locomotief (met schoorsteen vóór) aan de zuidzijde voor de trein, reed de trein 'leeg' terug naar Wildert en vervolgens met enkele stops onderweg terug naar Antwerpen Centraal. De foto is gemaakt op de toegangsweg naar de goederenloods vanaf de weg Hemelrijk.